iedereen (o) (persoonlijk vnw. - onderwerp - mv.) | tous (o) (persoonlijk vnw. - onderwerp - mv.) |
iedereen (o) (algemeen) | chacun (o) (algemeen) |
iedereen (o) (persoonlijk vnw. - onderwerp - mv.) | tout le monde (o) (persoonlijk vnw. - onderwerp - mv.) |
iedereen (o) (onbepaald voornaamwoord) | quiconque (o) (onbepaald voornaamwoord) |
iedereen (o) (onbepaald voornaamwoord) | tout le monde (o) (onbepaald voornaamwoord) |
iedereen (o) (persoonlijk vnw. - onderwerp - mv.) | chacun (o) (persoonlijk vnw. - onderwerp - mv.) |
iedereen (o) (algemeen) | tous (o) (algemeen) |
iedereen (o) (algemeen) | n'importe qui (o) (algemeen) |
iedereen (o) (algemeen) | quiconque (o) (algemeen) |
iedereen (o) (onbepaald voornaamwoord) | n'importe qui (o) (onbepaald voornaamwoord) |
iedereen (o) (onbepaald voornaamwoord) | tous (o) (onbepaald voornaamwoord) |
iedereen (o) (onbepaald voornaamwoord) | chacun (o) (onbepaald voornaamwoord) |
iedereen (o) (persoonlijk vnw. - onderwerp - mv.) | quiconque (o) (persoonlijk vnw. - onderwerp - mv.) |
iedereen (o) (algemeen) | tout le monde (o) (algemeen) |
iedereen (o) (persoonlijk vnw. - onderwerp - mv.) | n'importe qui (o) (persoonlijk vnw. - onderwerp - mv.) |
door iedereen | génériquement |
door iedereen | dans tous les cas |
door iedereen | universellement |
door iedereen | générique |
door iedereen | universel |
door iedereen | général |