herhaaldelijk (a) (algemeen) | fréquent (a) (algemeen) |
herhaaldelijk (a) (algemeen) | souvent (a) (algemeen) |
herhaaldelijk (a) (algemeen) | fréquemment (a) (algemeen) |
herhaaldelijk (o) (algemeen) | fréquent (o) (algemeen) |
herhaaldelijk (o) (algemeen) | à plusieurs reprises (o) (algemeen) |
herhaaldelijk (o) (algemeen) | à maintes reprises (o) (algemeen) |
herhaaldelijk (o) (algemeen) | fréquemment (o) (algemeen) |
herhaaldelijk (o) (algemeen) | souvent (o) (algemeen) |
herhaaldelijk (o) (algemeen) | répété (o) (algemeen) |
herhaaldelijk (o) (algemeen) | maintes et maintes fois (o) (algemeen) |