goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
mandat
(m)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
pouvoir
(m)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
mandat
(m)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
entérinement
(m)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
mention approbative
(f)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
accord
(m)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
assentiment
(m)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
consentement
(m)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
entérinement
(m)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
droit
(m)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
sanction
(f)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
permission
(f)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
permission
(f)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
mandat
(m)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
acceptation
(f)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
mention approbative
(f)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
sanction
(f)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
autorisation
(f)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
consentement
(m)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
assentiment
(m)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
droit
(m)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
mention approbative
(f)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
permission
(f)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
assentiment
(m)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
pouvoir
(m)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
acceptation
(f)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
approbation
(f)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
sanction
(f)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
autorisation
(f)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
accord
(m)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(instemming)
|
pouvoir
(m)
(n)
(instemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
droit
(m)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
approbation
(f)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
accord
(m)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(rechten)
|
autorisation
(f)
(n)
(rechten)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
consentement
(m)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
entérinement
(m)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
acceptation
(f)
(n)
(toestemming)
|
|
goedkeuring
(f)
(n)
(toestemming)
|
approbation
(f)
(n)
(toestemming)
|
Goedkeuring Voorbeelden7 voorbeelden gevonden
Vertalen Goedkeuring in andere talen
