discrimineren (v) (vooroordeel) | différencier (v) (vooroordeel) |
discrimineren (v) (vooroordeel) | discriminer (v) (vooroordeel) |
discrimineren (v) (mensen) | discriminer (v) (mensen) |
discrimineren (v) (vooroordeel) | établir une discrimination contre (v) (vooroordeel) |
discrimineren (v) (mensen) | différencier (v) (mensen) |
discrimineren (v) (mensen) | établir une discrimination contre (v) (mensen) |