Deel — Nederlandse Frans vertaling25 vertalingen gevonden

deel (n) (n) (algemeen) part (f) (n) (algemeen)
deel (n) (n) (algemeen) fraction (f) (n) (algemeen)
deel (n) (n) (mechanisch) pièce (f) (n) (mechanisch)
deel (n) (n) (mechanisch) part (f) (n) (mechanisch)
deel (n) (n) (algemeen) partie (f) (n) (algemeen)
deel (n) (n) (mechanisch) section (f) (n) (mechanisch)
deel (n) (n) (algemeen) section (f) (n) (algemeen)
deel (n) (n) (mechanisch) portion (f) (n) (mechanisch)
deel (n) (n) (stuk) peu (m) (n) (stuk)
deel (n) (n) (voorwerpen) pièce (f) (n) (voorwerpen)
deel (n) (n) (voorwerpen) portion (f) (n) (voorwerpen)
deel (n) (n) (stuk) petit morceau (m) (n) (stuk)
deel (n) (n) (voorwerpen) section (f) (n) (voorwerpen)
deel (n) (n) (algemeen) intérêt (m) (n) (algemeen)
deel (n) (n) (algemeen) portion (f) (n) (algemeen)
deel (n) (n) (materiaal) petit morceau (m) (n) (materiaal)
deel (n) (n) (materiaal) peu (m) (n) (materiaal)
deel (n) (n) (materiaal) bout (m) (n) (materiaal)
deel (n) (n) (voorwerpen) partie (f) (n) (voorwerpen)
deel (n) (n) (stuk) morceau (m) (n) (stuk)
deel (n) (n) (algemeen) pièce (f) (n) (algemeen)
deel (n) (n) (voorwerpen) part (f) (n) (voorwerpen)
deel (n) (n) (mechanisch) partie (f) (n) (mechanisch)
deel (n) (n) (materiaal) morceau (m) (n) (materiaal)
deel (n) (n) (stuk) bout (m) (n) (stuk)
Deel Voorbeelden13 voorbeelden gevonden
achterste deel queue
achterste deel arrière
deel uitmaken van appartenir à
deel uitmaken van faire partie de
grootste deel gros
iets valt iemand ten deel quelque chose revient à
iets valt iemand ten deel quelque chose appartient à
ten deel vallen appartenir à
ten deel vallen appartenir
ten deel vallen être à
ten deel vallen revenir à
uitstekend deel ressaut
uitstekend deel saillie
Vertalen Deel in andere talen
Vertalen deel in Engels
Vertalen deel in Duits
Vertalen deel in Italiaans
Vertalen deel in Spaans
Vertalen deel in Portugees
Vertalen deel in Sloveens
Vertalen deel in Pools
Vertalen deel in Tsjechisch