combineren (v) (samenvoegen) | fondre (v) (samenvoegen) |
combineren (v) (samenvoegen) | joindre (v) (samenvoegen) |
combineren (v) (samenvoegen) | unir (v) (samenvoegen) |
combineren (v) (tijd) | combiner (v) (tijd) |
combineren (v) (samenvoegen) | combiner (v) (samenvoegen) |
combineren met | joindre à |
combineren met | combiner avec |