bezwijken (v) (fysische activiteit) | s'effondrer (v) (fysische activiteit) |
bezwijken (v) (overeenkomst) | capituler (v) (overeenkomst) |
bezwijken (v) (overeenkomst) | se rendre (v) (overeenkomst) |
bezwijken (v) (overeenkomst) | céder (v) (overeenkomst) |
bezwijken (v) (gevoelens) | succomber (v) (gevoelens) |