bevatten (v) (omvatten) | contenir (v) (omvatten) |
bevatten (v) (omvatten) | comprendre (v) (omvatten) |
bevatten (v) (omvatten) | inclure (v) (omvatten) |
bevatten (v) (volume) | englober (v) (volume) |
bevatten (v) (omvatten) | embrasser (v) (omvatten) |
bevatten (v) (volume) | contenir (v) (volume) |
bevatten (v) (omvatten) | englober (v) (omvatten) |
bevatten (v) (volume) | inclure (v) (volume) |
bevatten (v) (volume) | comprendre (v) (volume) |
kunnen bevatten | avoir de la place pour |
kunnen bevatten | pouvoir recevoir |
kunnen bevatten | contenir |