betrouwbaarheid (f) (n) (verklaring) | robustesse (f) (n) (verklaring) |
betrouwbaarheid (f) (n) (persoon) | véracité (n) (persoon) |
betrouwbaarheid (f) (n) (voorwerpen) | véracité (n) (voorwerpen) |
betrouwbaarheid (f) (n) (persoon) | sécurité de fonctionnement (f) (n) (persoon) |
betrouwbaarheid (f) (n) (verklaring) | sérieux (m) (n) (verklaring) |
betrouwbaarheid (f) (n) (verklaring) | honnêteté (f) (n) (verklaring) |
betrouwbaarheid (f) (n) (voorwerpen) | solidité (f) (n) (voorwerpen) |
betrouwbaarheid (f) (n) (voorwerpen) | fiabilité (f) (n) (voorwerpen) |
betrouwbaarheid (f) (n) (verklaring) | fiabilité (f) (n) (verklaring) |
betrouwbaarheid (f) (n) (verklaring) | solidité (f) (n) (verklaring) |
betrouwbaarheid (f) (n) (voorwerpen) | sécurité de fonctionnement (f) (n) (voorwerpen) |
betrouwbaarheid (f) (n) (voorwerpen) | sérieux (m) (n) (voorwerpen) |
betrouwbaarheid (f) (n) (verklaring) | loyauté (f) (n) (verklaring) |
betrouwbaarheid (f) (n) (persoon) | solidité (f) (n) (persoon) |
betrouwbaarheid (f) (n) (persoon) | fiabilité (f) (n) (persoon) |
betrouwbaarheid (f) (n) (persoon) | robustesse (f) (n) (persoon) |
betrouwbaarheid (f) (n) (voorwerpen) | loyauté (f) (n) (voorwerpen) |
betrouwbaarheid (f) (n) (voorwerpen) | robustesse (f) (n) (voorwerpen) |
betrouwbaarheid (f) (n) (voorwerpen) | honnêteté (f) (n) (voorwerpen) |
betrouwbaarheid (f) (n) (verklaring) | véracité (n) (verklaring) |
betrouwbaarheid (f) (n) (verklaring) | sécurité de fonctionnement (f) (n) (verklaring) |
betrouwbaarheid (f) (n) (persoon) | sérieux (m) (n) (persoon) |
betrouwbaarheid (f) (n) (persoon) | loyauté (f) (n) (persoon) |
betrouwbaarheid (f) (n) (persoon) | honnêteté (f) (n) (persoon) |