besturen
(v)
(luchtvaart)
|
naviguer
(v)
(luchtvaart)
|
bestuurd
besturen
bestuurt
bestuurde
bestuurden
|
aient navigué
aies navigué
navigue
|
besturen
(v)
(luchtvaart)
|
piloter
(v)
(luchtvaart)
|
bestuurd
besturen
bestuurt
bestuurde
bestuurden
|
aient piloté
aies piloté
pilote
|
besturen
(v)
(voertuigen)
|
man uvrer
(v)
(voertuigen)
|
besturen
(v)
(bedrijf)
|
régir
(v)
(bedrijf)
|
besturen
(v)
(bedrijf)
|
exploiter
(v)
(bedrijf)
|
bestuurd
besturen
bestuurt
bestuurde
bestuurden
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
besturen
(v)
(politiek)
|
régner
(v)
(politiek)
|
besturen
(v)
(bedrijf)
|
administrer
(v)
(bedrijf)
|
bestuurd
besturen
bestuurt
bestuurde
bestuurden
|
aient administré
aies administré
administre
|
besturen
(v)
(bedrijf)
|
gérer
(v)
(bedrijf)
|
besturen
(v)
(bedrijf)
|
conduire
(v)
(bedrijf)
|
bestuurd
besturen
bestuurt
bestuurde
bestuurden
|
aient conduit
aies conduit
conduis
|
besturen
(v)
(politiek)
|
gouverner
(v)
(politiek)
|
bestuurd
besturen
bestuurt
bestuurde
bestuurden
|
aient gouverné
aies gouverné
gouverne
|
besturen
(v)
(bedrijf)
|
diriger
(v)
(bedrijf)
|
bestuurd
besturen
bestuurt
bestuurde
bestuurden
|
aient dirigé
aies dirigé
dirige
|
besturen
(v)
(voertuigen)
|
conduire une voiture
(v)
(voertuigen)
|
besturen
(v)
(voertuigen)
|
conduire
(v)
(voertuigen)
|
bestuurd
besturen
bestuurt
bestuurde
bestuurden
|
aient conduit
aies conduit
conduis
|