afkoelen (v) (kalmeren) | s'apaiser (v) (kalmeren) |
afkoelen (v) (weer) | refroidir (v) (weer) |
afkoelen (v) (kalmeren) | se calmer (v) (kalmeren) |
afkoelen (v) (dranken) | refroidir (v) (dranken) |
afkoelen (v) (dranken) | s'apaiser (v) (dranken) |
afkoelen (v) (dranken) | glacer (v) (dranken) |
afkoelen (v) (kalmeren) | glacer (v) (kalmeren) |
afkoelen (v) (weer) | s'apaiser (v) (weer) |
afkoelen (v) (weer) | glacer (v) (weer) |
afkoelen (v) (weer) | se calmer (v) (weer) |
afkoelen (v) (dranken) | se calmer (v) (dranken) |
afkoelen (v) (kalmeren) | refroidir (v) (kalmeren) |