afkeuring (f) (n) (voorstel) | défaveur (f) (n) (voorstel) |
afkeuring (f) (n) (algemeen) | réprobation (f) (n) (algemeen) |
afkeuring (f) (n) (ongenoegen) | mécontentement (m) (n) (ongenoegen) |
afkeuring (f) (n) (veroordeling) | réprobation (f) (n) (veroordeling) |
afkeuring (f) (n) (veroordeling) | désapprobation (f) (n) (veroordeling) |
afkeuring (f) (n) (algemeen) | désapprobation (f) (n) (algemeen) |
afkeuring (f) (n) (ongenoegen) | déplaisir (m) (n) (ongenoegen) |
afkeuring (f) (n) (voorstel) | désapprobation (f) (n) (voorstel) |