aanzienlijk (a) (schade) | substantiel (a) (schade) |
aanzienlijk (a) (hoeveelheid) | substantiel (a) (hoeveelheid) |
aanzienlijk (a) (verschil) | notable (m) (a) (verschil) |
aanzienlijk (a) (schade) | important (a) (schade) |
aanzienlijk (a) (verschil) | considérable (a) (verschil) |
aanzienlijk (a) (grootte) | considérable (a) (grootte) |
aanzienlijk (a) (grootte) | important (a) (grootte) |
aanzienlijk (a) (verschil) | appréciable (a) (verschil) |
aanzienlijk (a) (grootte) | substantiel (a) (grootte) |
aanzienlijk (a) (schade) | considérable (a) (schade) |
aanzienlijk (a) (hoeveelheid) | important (a) (hoeveelheid) |
aanzienlijk (a) (verschil) | sensible (a) (verschil) |
aanzienlijk (a) (hoeveelheid) | considérable (a) (hoeveelheid) |
aanzienlijk (o) (bepaling) | considérablement (o) (bepaling) |
aanzienlijk (o) (graad) | substantiellement (o) (graad) |
aanzienlijk (o) (graad) | considérablement (o) (graad) |