aanwending (f) (n) (toepassing) | application (f) (n) (toepassing) |
aanwending (f) (n) (toepassing) | applicage (m) (n) (toepassing) |
aanwending (f) (n) (algemeen) | emploi (m) (n) (algemeen) |
aanwending (f) (n) (algemeen) | applicage (m) (n) (algemeen) |
aanwending (f) (n) (algemeen) | application (f) (n) (algemeen) |
aanwending (f) (n) (toepassing) | utilisation (f) (n) (toepassing) |
aanwending (f) (n) (toepassing) | emploi (m) (n) (toepassing) |
aanwending (f) (n) (algemeen) | utilisation (f) (n) (algemeen) |