aanvoelen
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
pressentir
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
aangevoeld
voelen aan
voelt aan
voelde aan
voelden aan
|
aient pressenti
aies pressenti
pressens
|
aanvoelen
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
avoir conscience de
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
aanvoelen
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
sentir
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
aangevoeld
voelen aan
voelt aan
voelde aan
voelden aan
|
aient senti
aies senti
sens
|
aanvoelen
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
ressentir
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
aangevoeld
voelen aan
voelt aan
voelde aan
voelden aan
|
aient ressenti
aies ressenti
|
aanvoelen
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
entrevoir
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
aangevoeld
voelen aan
voelt aan
voelde aan
voelden aan
|
aient entrevu
aies entrevu
entrevois
|
aanvoelen
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
éprouver
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
aanvoelen
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|
prévoir
(v)
(geestelijke gewaarwording)
|