aantrekken
(v)
(spieren)
|
tendre
(m)
(v)
(spieren)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient tendu
aies tendu
tends
|
aantrekken
(v)
(mensen)
|
enfiler
(v)
(mensen)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient enfilé
aies enfilé
enfile
|
aantrekken
(v)
(verleiding)
|
attirer
(v)
(verleiding)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient attiré
aies attiré
attire
|
aantrekken
(v)
(boeien)
|
enfiler
(v)
(boeien)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient enfilé
aies enfilé
enfile
|
aantrekken
(v)
(mensen)
|
captiver
(v)
(mensen)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient captivé
aies captivé
captive
|
aantrekken
(v)
(kleding)
|
mettre
(v)
(kleding)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient mis
aies mis
mets
|
aantrekken
(v)
(elektriciteit)
|
attirer
(v)
(elektriciteit)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient attiré
aies attiré
attire
|
aantrekken
(v)
(mensen)
|
entraîner
(v)
(mensen)
|
aantrekken
(v)
(kleding)
|
habiller
(v)
(kleding)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient habillé
aies habillé
habille
|
aantrekken
(v)
(kleding)
|
fasciner
(v)
(kleding)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient fasciné
aies fasciné
fascine
|
aantrekken
(v)
(verleiding)
|
séduire
(v)
(verleiding)
|
aantrekken
(v)
(mensen)
|
habiller
(v)
(mensen)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient habillé
aies habillé
habille
|
aantrekken
(v)
(elektriciteit)
|
enfiler
(v)
(elektriciteit)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient enfilé
aies enfilé
enfile
|
aantrekken
(v)
(mensen)
|
attirer
(v)
(mensen)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient attiré
aies attiré
attire
|
aantrekken
(v)
(verleiding)
|
entraîner
(v)
(verleiding)
|
aantrekken
(v)
(boeien)
|
captiver
(v)
(boeien)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient captivé
aies captivé
captive
|
aantrekken
(v)
(boeien)
|
mettre
(v)
(boeien)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient mis
aies mis
mets
|
aantrekken
(v)
(mensen)
|
capter
(v)
(mensen)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient capté
aies capté
capte
|
aantrekken
(v)
(elektriciteit)
|
entraîner
(v)
(elektriciteit)
|
aantrekken
(v)
(boeien)
|
capter
(v)
(boeien)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient capté
aies capté
capte
|
aantrekken
(v)
(mensen)
|
fasciner
(v)
(mensen)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient fasciné
aies fasciné
fascine
|
aantrekken
(v)
(mensen)
|
séduire
(v)
(mensen)
|
aantrekken
(v)
(elektriciteit)
|
habiller
(v)
(elektriciteit)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient habillé
aies habillé
habille
|
aantrekken
(v)
(boeien)
|
attirer
(v)
(boeien)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient attiré
aies attiré
attire
|
aantrekken
(v)
(mensen)
|
tenter
(v)
(mensen)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient tenté
aies tenté
tente
|
aantrekken
(v)
(elektriciteit)
|
fasciner
(v)
(elektriciteit)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient fasciné
aies fasciné
fascine
|
aantrekken
(v)
(mensen)
|
mettre
(v)
(mensen)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient mis
aies mis
mets
|
aantrekken
(v)
(elektriciteit)
|
capter
(v)
(elektriciteit)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient capté
aies capté
capte
|
aantrekken
(v)
(kleding)
|
enfiler
(v)
(kleding)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient enfilé
aies enfilé
enfile
|
aantrekken
(v)
(kleding)
|
capter
(v)
(kleding)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient capté
aies capté
capte
|
aantrekken
(v)
(elektriciteit)
|
captiver
(v)
(elektriciteit)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient captivé
aies captivé
captive
|
aantrekken
(v)
(kleding)
|
captiver
(v)
(kleding)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient captivé
aies captivé
captive
|
aantrekken
(v)
(boeien)
|
habiller
(v)
(boeien)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient habillé
aies habillé
habille
|
aantrekken
(v)
(kleding)
|
attirer
(v)
(kleding)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient attiré
aies attiré
attire
|
aantrekken
(v)
(verleiding)
|
tenter
(v)
(verleiding)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient tenté
aies tenté
tente
|
aantrekken
(v)
(boeien)
|
fasciner
(v)
(boeien)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient fasciné
aies fasciné
fascine
|
aantrekken
(v)
(elektriciteit)
|
mettre
(v)
(elektriciteit)
|
aangetrokken
trekken aan
trekt aan
trokken aan
trok aan
|
aient mis
aies mis
mets
|