aangaan
(v)
(aanbelangen)
|
affecter
(v)
(aanbelangen)
|
aangegaan
gaan aan
gaat aan
gingen aan
ging aan
|
aient affecté
aies affecté
affecte
|
aangaan
(v)
(verantwoordelijkheid)
|
prendre sur soi
(v)
(verantwoordelijkheid)
|
aangaan
(v)
(Licht)
|
concerner
(v)
(Licht)
|
aangegaan
gaan aan
gaat aan
gingen aan
ging aan
|
aient concerné
|
aangaan
(v)
(Licht)
|
intéresser
(v)
(Licht)
|
aangaan
(v)
(Licht)
|
affecter
(v)
(Licht)
|
aangegaan
gaan aan
gaat aan
gingen aan
ging aan
|
aient affecté
aies affecté
affecte
|
aangaan
(v)
(verantwoordelijkheid)
|
assumer
(v)
(verantwoordelijkheid)
|
aangegaan
gaan aan
gaat aan
gingen aan
ging aan
|
aient assumé
aies assumé
assume
|
aangaan
(v)
(verantwoordelijkheid)
|
se charger de
(v)
(verantwoordelijkheid)
|
aangaan
(v)
(aanbelangen)
|
concerner
(v)
(aanbelangen)
|
aangegaan
gaan aan
gaat aan
gingen aan
ging aan
|
aient concerné
|
aangaan
(v)
(aanbelangen)
|
intéresser
(v)
(aanbelangen)
|
aangaan
(v)
(Licht)
|
s'allumer
(v)
(Licht)
|
aangaan
(v)
(Licht)
|
toucher
(m)
(v)
(Licht)
|
aangegaan
gaan aan
gaat aan
gingen aan
ging aan
|
aient touché
aies touché
touche
|
aangaan
(v)
(aanbelangen)
|
s'allumer
(v)
(aanbelangen)
|
aangaan
(v)
(aanbelangen)
|
toucher
(m)
(v)
(aanbelangen)
|
aangegaan
gaan aan
gaat aan
gingen aan
ging aan
|
aient touché
aies touché
touche
|