waarschuwen (v) (algemeen) | prevenir (v) (algemeen) |
waarschuwen (v) (gevaar) | advertir sobre (v) (gevaar) |
waarschuwen (v) (gevaar) | poner en guardia (v) (gevaar) |
waarschuwen (v) (gevaar) | alertar (v) (gevaar) |
waarschuwen (v) (politie) | avisar (v) (politie) |
waarschuwen (v) (gevaar) | advertir (v) (gevaar) |
van tevoren waarschuwen | prevenir |
waarschuwen voor | poner en guardia |
waarschuwen voor | alertar |
waarschuwen voor | advertir sobre |
waarschuwen voor | advertir |