Verklaren — Nederlandse Spaans vertaling43 vertalingen gevonden

verklaren (n) (n) (document) certificación (f) (n) (document)
verklaren (n) (v) (verkondigen) profesar (v) (verkondigen)
verklaren (n) (v) (algemeen) aclarar (v) (algemeen)
verklaren (n) (v) (ophelderen) esclarecer (v) (ophelderen)
verklaren (n) (v) (uitleggen) esclarecer (v) (uitleggen)
verklaren (n) (v) (verklaring) declarar (v) (verklaring)
verklaren (n) (v) (verkondigen) esclarecer (v) (verkondigen)
verklaren (n) (v) (zeggen) profesar (v) (zeggen)
verklaren (n) (v) (zeggen) clarificar (v) (zeggen)
verklaren (n) (v) (verkondigen) aclarar (v) (verkondigen)
verklaren (n) (v) (ophelderen) declarar (v) (ophelderen)
verklaren (n) (v) (algemeen) justificar (v) (algemeen)
verklaren (n) (v) (ophelderen) profesar (v) (ophelderen)
verklaren (n) (v) (algemeen) profesar (v) (algemeen)
verklaren (n) (v) (ophelderen) clarificar (v) (ophelderen)
verklaren (n) (v) (verkondigen) declarar (v) (verkondigen)
verklaren (n) (v) (verklaring) esclarecer (v) (verklaring)
verklaren (n) (v) (algemeen) declarar (v) (algemeen)
verklaren (n) (v) (zeggen) explicar (v) (zeggen)
verklaren (n) (v) (verklaring) profesar (v) (verklaring)
verklaren (n) (v) (algemeen) clarificar (v) (algemeen)
verklaren (n) (v) (uitleggen) aclarar (v) (uitleggen)
verklaren (n) (v) (zeggen) esclarecer (v) (zeggen)
verklaren (n) (v) (verkondigen) explicar (v) (verkondigen)
verklaren (n) (v) (uitleggen) profesar (v) (uitleggen)
verklaren (n) (v) (algemeen) explicar (v) (algemeen)
verklaren (n) (v) (verkondigen) justificar (v) (verkondigen)
verklaren (n) (v) (uitleggen) clarificar (v) (uitleggen)
verklaren (n) (v) (verklaring) justificar (v) (verklaring)
verklaren (n) (v) (zeggen) declarar (v) (zeggen)
verklaren (n) (v) (verklaring) explicar (v) (verklaring)
verklaren (n) (v) (ophelderen) aclarar (v) (ophelderen)
verklaren (n) (v) (zeggen) aclarar (v) (zeggen)
verklaren (n) (v) (verklaring) aclarar (v) (verklaring)
verklaren (n) (v) (algemeen) esclarecer (v) (algemeen)
verklaren (n) (v) (uitleggen) explicar (v) (uitleggen)
verklaren (n) (v) (verkondigen) clarificar (v) (verkondigen)
verklaren (n) (v) (ophelderen) explicar (v) (ophelderen)
verklaren (n) (v) (ophelderen) justificar (v) (ophelderen)
verklaren (n) (v) (verklaring) clarificar (v) (verklaring)
verklaren (n) (v) (uitleggen) justificar (v) (uitleggen)
verklaren (n) (v) (uitleggen) declarar (v) (uitleggen)
verklaren (n) (v) (zeggen) justificar (v) (zeggen)
Verklaren Voorbeelden17 voorbeelden gevonden
de oorlog verklaren aan declarar la guerra a
geldig verklaren validar
geldig verklaren legitimar
heilig verklaren canonizar
krankzinnig verklaren declarar loco
nietig verklaren revocar
nietig verklaren suprimir
nietig verklaren rescindir
nietig verklaren invalidar
nietig verklaren abrogar
nietig verklaren anular
nietig verklaren abolir
officieel verklaren declarar oficialmente
plechtig verklaren declarar
plechtig verklaren aseverar
te verklaren explicable
zalig verklaren beatificar
Vertalen Verklaren in andere talen
Vertalen verklaren in Engels
Vertalen verklaren in Duits
Vertalen verklaren in Frans
Vertalen verklaren in Italiaans
Vertalen verklaren in Portugees
Vertalen verklaren in Sloveens
Vertalen verklaren in Pools
Vertalen verklaren in Tsjechisch