verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
alterar
(v)
(gevoelens)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
alterado
alteran
alteras
alterabas
alteraban
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
enternecer
(v)
(gevoelens)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
enternecido
enternecen
enterneces
enternecían
enternecías
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
desconcertar
(v)
(gevoelens)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
desconcertado
desconciertas
desconciertan
desconcertaban
desconcertabas
|
verbijsteren
(v)
(ontzetten)
|
desconcertar
(v)
(ontzetten)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
desconcertado
desconciertas
desconciertan
desconcertaban
desconcertabas
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
trastornar
(v)
(gevoelens)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
trastornado
trastornan
trastornas
trastornabas
trastornaban
|
verbijsteren
(v)
(ontzetten)
|
asombrar
(v)
(ontzetten)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
asombrado
asombran
asombras
asombraban
asombrabas
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
agitar
(v)
(gevoelens)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
agitado
agitas
agitan
agitabas
agitaban
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
impresionar
(v)
(gevoelens)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
impresionado
impresionas
impresionan
impresionaban
impresionabas
|
verbijsteren
(v)
(mysterie)
|
desconcertar
(v)
(mysterie)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
desconcertado
desconciertas
desconciertan
desconcertaban
desconcertabas
|
verbijsteren
(v)
(ontzetten)
|
consternar
(v)
(ontzetten)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
consternado
consternan
consternas
consternaban
consternabas
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
producir una conmoción
(v)
(gevoelens)
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
aterrar
(v)
(gevoelens)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
aterrado
atierran
atierras
aterraban
aterrabas
|
verbijsteren
(v)
(geestestoestand)
|
dejar estupefacto
(v)
(geestestoestand)
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
ofender
(v)
(gevoelens)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
ofendido
ofenden
ofendes
ofendían
ofendías
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
repugnar
(v)
(gevoelens)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
repugnado
repugnas
repugnan
repugnabas
repugnaban
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
conmover
(v)
(gevoelens)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
conmovido
conmueven
conmueves
conmovían
conmovías
|
verbijsteren
(v)
(verwarring)
|
pasmar
(v)
(verwarring)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
pasmado
pasman
pasmas
pasmabas
pasmaban
|
verbijsteren
(v)
(gevoelens)
|
conmocionar a
(v)
(gevoelens)
|
verbijsteren
(v)
(mysterie)
|
dejar perplejo
(v)
(mysterie)
|
verbijsteren
(v)
(ontzetten)
|
pasmar
(v)
(ontzetten)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
pasmado
pasman
pasmas
pasmabas
pasmaban
|
verbijsteren
(v)
(ontzetten)
|
sorprender
(v)
(ontzetten)
|
verbijsterd
verbijsteren
verbijstert
verbijsterde
verbijsterden
|
sorprendido
sorprendes
sorprenden
sorprendían
sorprendías
|