toneelspelen
(v)
(bedrog)
|
pretender
(v)
(bedrog)
|
toneelgespeeld
spelen toneel
speelt toneel
speelden toneel
speelde toneel
|
pretendido
pretiendes
pretienden
pretendías
pretendían
|
toneelspelen
(v)
(theater)
|
desempeñar
(v)
(theater)
|
toneelspelen
(v)
(bedrog)
|
fingir
(v)
(bedrog)
|
toneelgespeeld
spelen toneel
speelt toneel
speelden toneel
speelde toneel
|
fingido
finges
fingen
fingías
fingían
|
toneelspelen
(v)
(bedrog)
|
aparentar
(v)
(bedrog)
|
toneelgespeeld
spelen toneel
speelt toneel
speelden toneel
speelde toneel
|
aparentado
aparentas
aparentan
aparentaban
aparentabas
|
toneelspelen
(v)
(bedrog)
|
simular
(v)
(bedrog)
|
toneelgespeeld
spelen toneel
speelt toneel
speelden toneel
speelde toneel
|
simulado
simulan
simulas
simulabas
simulaban
|
toneelspelen
(v)
(bedrog)
|
actuar
(v)
(bedrog)
|
toneelgespeeld
spelen toneel
speelt toneel
speelden toneel
speelde toneel
|
actuado
act an
act as
actuabas
actuaban
|
toneelspelen
(v)
(theater)
|
representar
(v)
(theater)
|
toneelgespeeld
spelen toneel
speelt toneel
speelden toneel
speelde toneel
|
representado
representan
representas
representabas
representaban
|
toneelspelen
(v)
(theater)
|
actuar
(v)
(theater)
|
toneelgespeeld
spelen toneel
speelt toneel
speelden toneel
speelde toneel
|
actuado
act an
act as
actuabas
actuaban
|
toneelspelen
(v)
(bedrog)
|
disimular
(v)
(bedrog)
|
toneelgespeeld
spelen toneel
speelt toneel
speelden toneel
speelde toneel
|
disimulado
disimulas
disimulan
disimulabas
disimulaban
|