Passen — vertaling Nederlandse Spaans. Vertalen Passen in Spaans

passen (v) (kleding)	ser conveniente para (v) (kleding)
passen (v) (voorwerpen)	entallar (v) (voorwerpen)
gepast passen past paste pasten	entallado entallas entallan entallaban entallabas
passen (v) (betamen)	corresponder a (v) (betamen)
passen (v) (tijd)	ser conveniente para (v) (tijd)
passen (v) (voorwerpen)	venir bien a (v) (voorwerpen)
passen (v) (grootte)	favorecer (v) (grootte)
gepast passen past paste pasten	favorecido favorecen favoreces favorecían favorecías
passen (v) (grootte)	encajar (v) (grootte)
gepast passen past paste pasten	encajado encajan encajas encajaban encajabas
passen (v) (grootte)	convenir a (v) (grootte)
passen (v) (tijd)	favorecer (v) (tijd)
gepast passen past paste pasten	favorecido favorecen favoreces favorecían favorecías
passen (v) (tijd)	venir bien a (v) (tijd)
passen (v) (tijd)	entallar (v) (tijd)
gepast passen past paste pasten	entallado entallas entallan entallaban entallabas
passen (v) (kleding)	encajar (v) (kleding)
gepast passen past paste pasten	encajado encajan encajas encajaban encajabas
passen (v) (tijd)	sentar (v) (tijd)
gepast passen past paste pasten	sentado sientan sientas sentabas sentaban
passen (v) (voorwerpen)	ser conveniente para (v) (voorwerpen)
passen (v) (voorwerpen)	favorecer (v) (voorwerpen)
gepast passen past paste pasten	favorecido favorecen favoreces favorecían favorecías
passen (v) (tijd)	convenir a (v) (tijd)
passen (v) (grootte)	sentar (v) (grootte)
gepast passen past paste pasten	sentado sientan sientas sentabas sentaban
passen (v) (grootte)	venir bien a (v) (grootte)
passen (v) (kleding)	favorecer (v) (kleding)
gepast passen past paste pasten	favorecido favorecen favoreces favorecían favorecías
passen (v) (tijd)	encajar (v) (tijd)
gepast passen past paste pasten	encajado encajan encajas encajaban encajabas
passen (v) (betamen)	convenir a (v) (betamen)
passen (v) (grootte)	ser conveniente para (v) (grootte)
passen (v) (betamen)	ser propio de (v) (betamen)
passen (v) (grootte)	entallar (v) (grootte)
gepast passen past paste pasten	entallado entallas entallan entallaban entallabas
passen (v) (kleding)	convenir a (v) (kleding)
passen (v) (voorwerpen)	sentar (v) (voorwerpen)
gepast passen past paste pasten	sentado sientan sientas sentabas sentaban
passen (v) (kleding)	venir bien a (v) (kleding)
passen (v) (kleding)	entallar (v) (kleding)
gepast passen past paste pasten	entallado entallas entallan entallaban entallabas
passen (v) (voorwerpen)	encajar (v) (voorwerpen)
gepast passen past paste pasten	encajado encajan encajas encajaban encajabas
passen (v) (voorwerpen)	convenir a (v) (voorwerpen)
passen (v) (kleding)	sentar (v) (kleding)
gepast passen past paste pasten	sentado sientan sientas sentabas sentaban

Passen Voorbeelden21 Bijvoorbeeld gevonden

bij elkaar passen	ir bien juntos
bij elkaar passen	entonar
bij elkaar passen	combinar
bij elkaar passen	armonizar
bijeen passen	ir bien juntos
bijeen passen	entonar
bijeen passen	combinar
bijeen passen	armonizar
niet bij elkaar passen	disparidad
niet bij elkaar passen	contraste
passen bij	ser conveniente para
passen bij	ser conveniente para
passen bij	ser apropiado para
passen bij	ser apropiado para
passen bij	corresponder
passen bij	hacer juego con
passen bij	corresponder
bij elkaar passend	que hace juego
bij elkaar passend	concordante
bij elkaar passend	asonante
slecht bij elkaar passend	mal surtido

Vertalen Passen in andere talen

— Vertalen passen in Engels

— Vertalen passen in Duits

— Vertalen passen in Frans

— Vertalen passen in Italiaans

— Vertalen passen in Portugees

— Vertalen passen in Sloveens

— Vertalen passen in Pools

— Vertalen passen in Tsjechisch

Passen — Nederlandse Spaans vertaling31 vertaling