Partner — Nederlandse Spaans vertaling18 vertalingen gevonden

partner (m) (n) (man) colega (m) (n) (man)
partner (m) (n) (bedrijf - man) socio (m) (n) (bedrijf - man)
partner (m) (n) (bedrijf - man) asociado (m) (n) (bedrijf - man)
partner (m) (n) (man) compañero (m) (n) (man)
partner (m) (n) (vrouw) compañera (f) (n) (vrouw)
partner (m) (n) (vrouw) colega (m) (n) (vrouw)
partner (m) (n) (beroep - vrouw) socia (f) (n) (beroep - vrouw)
partner (m) (n) (man) camarada (m) (n) (man)
partner (m) (n) (man) pareja (f) (n) (man)
partner (m) (n) (bedrijf - vrouw) socia (f) (n) (bedrijf - vrouw)
partner (m) (n) (beroep - vrouw) colega (m) (n) (beroep - vrouw)
partner (m) (n) (vrouw) pareja (f) (n) (vrouw)
partner (m) (n) (vrouw) camarada (m) (n) (vrouw)
partner (m) (n) (bedrijf - vrouw) asociada (f) (n) (bedrijf - vrouw)
partner (m) (n) (beroep - man) socio (m) (n) (beroep - man)
partner (m) (n) (beroep - man) colega (m) (n) (beroep - man)
partner (m) (n) (beroep - man) compañero (m) (n) (beroep - man)
partner (m) (n) (beroep - vrouw) compañera (f) (n) (beroep - vrouw)
Vertalen Partner in andere talen
Vertalen partner in Engels
Vertalen partner in Duits
Vertalen partner in Frans
Vertalen partner in Italiaans
Vertalen partner in Portugees
Vertalen partner in Sloveens
Vertalen partner in Pools
Vertalen partner in Tsjechisch