Opschorten — Nederlandse Spaans vertaling14 vertalingen gevonden

opschorten (v) (tijd) postergar (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) aplazar (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) retardar (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) demorar (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) dilatar (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) dejar (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) retrasar (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) dejar para después (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) posponer (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) detener (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) remitir (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) dejar de lado (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) diferir (v) (tijd)
opschorten (v) (tijd) andar con dilaciones (v) (tijd)
Vertalen Opschorten in andere talen
Vertalen opschorten in Engels
Vertalen opschorten in Duits
Vertalen opschorten in Frans
Vertalen opschorten in Italiaans
Vertalen opschorten in Portugees
Vertalen opschorten in Sloveens
Vertalen opschorten in Pools
Vertalen opschorten in Tsjechisch