opschikken (v) (persoon) | correrse (v) (persoon) |
opschikken (v) (persoon) | moverse (v) (persoon) |
opschikken (v) (verfraaien) | decorar (v) (verfraaien) |
opschikken (v) (verfraaien) | embellecer (v) (verfraaien) |
opschikken (v) (verfraaien) | adornar (v) (verfraaien) |
opschikken (v) (verfraaien) | ornar (v) (verfraaien) |