Kenmerk — Nederlandse Spaans vertaling17 vertalingen gevonden

kenmerk (n) (n) (persoon) propiedad (f) (n) (persoon)
kenmerk (n) (n) (persoon) atributo (m) (n) (persoon)
kenmerk (n) (n) (kwaliteit) rasgo (m) (n) (kwaliteit)
kenmerk (n) (n) (detail) característica (f) (n) (detail)
kenmerk (n) (n) (persoon) papel (m) (n) (persoon)
kenmerk (n) (n) (kwaliteit) calidad (f) (n) (kwaliteit)
kenmerk (n) (n) (detail) aspecto (m) (n) (detail)
kenmerk (n) (n) (persoon) rasgo (m) (n) (persoon)
kenmerk (n) (n) (persoon) calidad (f) (n) (persoon)
kenmerk (n) (n) (detail) pormenor (m) (n) (detail)
kenmerk (n) (n) (detail) detalle (m) (n) (detail)
kenmerk (n) (n) (kwaliteit) característica (f) (n) (kwaliteit)
kenmerk (n) (n) (detail) rasgo (m) (n) (detail)
kenmerk (n) (n) (kwaliteit) atributo (m) (n) (kwaliteit)
kenmerk (n) (n) (kwaliteit) propiedad (f) (n) (kwaliteit)
kenmerk (n) (n) (kwaliteit) papel (m) (n) (kwaliteit)
kenmerk (n) (n) (persoon) característica (f) (n) (persoon)
Kenmerk Voorbeelden2 voorbeelden gevonden
typerend kenmerk idiosincrasia
typisch kenmerk peculiaridad
Vertalen Kenmerk in andere talen
Vertalen kenmerk in Engels
Vertalen kenmerk in Duits
Vertalen kenmerk in Frans
Vertalen kenmerk in Italiaans
Vertalen kenmerk in Portugees
Vertalen kenmerk in Sloveens
Vertalen kenmerk in Pools
Vertalen kenmerk in Tsjechisch