informeren
(v)
(informatie)
|
comunicar
(v)
(informatie)
|
geïnformeerd
informeren
informeert
informeerde
informeerden
|
comunicado
comunicas
comunican
comunicaban
comunicabas
|
informeren
(v)
(informatie)
|
transmitir
(v)
(informatie)
|
geïnformeerd
informeren
informeert
informeerde
informeerden
|
transmitido
transmites
transmiten
transmitías
transmitían
|
informeren
(v)
(informatie)
|
avisar
(v)
(informatie)
|
geïnformeerd
informeren
informeert
informeerde
informeerden
|
avisado
avisas
avisan
avisabas
avisaban
|
informeren
(v)
(informatie)
|
poner al día
(v)
(informatie)
|
informeren
(v)
(informatie)
|
informar
(v)
(informatie)
|
geïnformeerd
informeren
informeert
informeerde
informeerden
|
informado
informan
informas
informabas
informaban
|
informeren
(v)
(informatie)
|
poner al corriente
(v)
(informatie)
|
informeren
(v)
(informatie)
|
advertir
(v)
(informatie)
|
geïnformeerd
informeren
informeert
informeerde
informeerden
|
advertido
adviertes
advierten
advertías
advertían
|
informeren
(v)
(informatie)
|
notificar
(v)
(informatie)
|
geïnformeerd
informeren
informeert
informeerde
informeerden
|
notificado
notifican
notificas
notificabas
notificaban
|