hoogtepunt (n) (n) (ontwikkeling) | punto culminante (m) (n) (ontwikkeling) |
hoogtepunt (n) (n) (ontwikkeling) | auge (m) (n) (ontwikkeling) |
hoogtepunt (n) (n) (belangrijk feit) | clímax (m) (n) (belangrijk feit) |
hoogtepunt (n) (n) (belangrijk feit) | momento culminante (m) (n) (belangrijk feit) |
hoogtepunt (n) (n) (algemeen) | éxtasis (f) (n) (algemeen) |
hoogtepunt (n) (n) (belangrijk feit) | apogeo (m) (n) (belangrijk feit) |
hoogtepunt (n) (n) (belangrijk feit) | cenit (m) (n) (belangrijk feit) |
hoogtepunt (n) (n) (algemeen) | punto culminante (m) (n) (algemeen) |
hoogtepunt (n) (n) (algemeen) | culminación (f) (n) (algemeen) |
hoogtepunt (n) (n) (ontwikkeling) | cenit (m) (n) (ontwikkeling) |
hoogtepunt (n) (n) (prijzen) | máximo (m) (n) (prijzen) |
hoogtepunt (n) (n) (belangrijk feit) | éxtasis (f) (n) (belangrijk feit) |
hoogtepunt (n) (n) (algemeen) | auge (m) (n) (algemeen) |
hoogtepunt (n) (n) (algemeen) | clímax (m) (n) (algemeen) |
hoogtepunt (n) (n) (ontwikkeling) | culminación (f) (n) (ontwikkeling) |
hoogtepunt (n) (n) (belangrijk feit) | culminación (f) (n) (belangrijk feit) |
hoogtepunt (n) (n) (algemeen) | cenit (m) (n) (algemeen) |
hoogtepunt (n) (n) (ontwikkeling) | momento culminante (m) (n) (ontwikkeling) |
hoogtepunt (n) (n) (ontwikkeling) | éxtasis (f) (n) (ontwikkeling) |
hoogtepunt (n) (n) (belangrijk feit) | auge (m) (n) (belangrijk feit) |
hoogtepunt (n) (n) (ontwikkeling) | clímax (m) (n) (ontwikkeling) |
hoogtepunt (n) (n) (algemeen) | momento culminante (m) (n) (algemeen) |
hoogtepunt (n) (n) (belangrijk feit) | punto culminante (m) (n) (belangrijk feit) |
hoogtepunt (n) (n) (ontwikkeling) | apogeo (m) (n) (ontwikkeling) |
hoogtepunt (n) (n) (algemeen) | apogeo (m) (n) (algemeen) |
zijn hoogtepunt bereiken | terminar en |
zijn hoogtepunt bereiken | culminar en |
zijn hoogtepunt bereiken | conducir a |