Extra — Nederlandse Spaans vertaling47 vertalingen gevonden

extra (n) (n) (Geld) gratificación (f) (n) (Geld)
extra (n) (n) (Geld) gaje (m) (n) (Geld)
extra (n) (a) (bijkomend) suplementario (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (informatie) sobrante (a) (informatie)
extra (n) (a) (informatie) adicional (a) (informatie)
extra (n) (a) (persoon) ayudante (m) (a) (persoon)
extra (n) (a) (informatie) libre (a) (informatie)
extra (n) (a) (voorwerpen) asistente (m) (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (voorwerpen) libre (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (voorwerpen) sobrante (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (bijkomend) agregado (m) (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (persoon) agregado (m) (a) (persoon)
extra (n) (a) (voorwerpen) adicional (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (informatie) auxiliar (m) (a) (informatie)
extra (n) (a) (persoon) complementario (a) (persoon)
extra (n) (a) (informatie) suplementario (a) (informatie)
extra (n) (a) (informatie) más específico (a) (informatie)
extra (n) (a) (informatie) adjunto (a) (informatie)
extra (n) (a) (bijkomend) auxiliar (m) (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (persoon) asistente (m) (a) (persoon)
extra (n) (a) (bijkomend) disponible (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (bijkomend) sobrante (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (informatie) complementario (a) (informatie)
extra (n) (a) (voorwerpen) agregado (m) (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (persoon) adicional (a) (persoon)
extra (n) (a) (voorwerpen) complementario (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (informatie) extra (a) (informatie)
extra (n) (a) (voorwerpen) suplementario (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (informatie) más detallado (a) (informatie)
extra (n) (a) (voorwerpen) adjunto (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (voorwerpen) anexo (m) (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (bijkomend) anexo (m) (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (voorwerpen) disponible (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (persoon) suplementario (a) (persoon)
extra (n) (a) (bijkomend) complementario (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (bijkomend) adjunto (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (bijkomend) adicional (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (voorwerpen) ayudante (m) (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (voorwerpen) extra (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (voorwerpen) auxiliar (m) (a) (voorwerpen)
extra (n) (a) (bijkomend) libre (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (informatie) más (a) (informatie)
extra (n) (a) (informatie) agregado (m) (a) (informatie)
extra (n) (a) (informatie) anexo (m) (a) (informatie)
extra (n) (a) (bijkomend) extra (a) (bijkomend)
extra (n) (a) (persoon) auxiliar (m) (a) (persoon)
extra (n) (a) (informatie) disponible (a) (informatie)
Extra Voorbeelden14 voorbeelden gevonden
extra belasting sobretasa
extra controleren volver a verificar
extra controleren controlar otra vez
extra gewicht exceso de peso
extra grote maat talla muy grande
extra inkomen gratificación
extra inkomen gaje
extra laten betalen sobrecargar
extra laten betalen recargar
extra les clases particulares
extra verdienste gratificación
extra verdienste gaje
extra-nieuwsuitzending noticia de ltima hora
extra-nieuwsuitzending flash
Vertalen Extra in andere talen
Vertalen extra in Engels
Vertalen extra in Duits
Vertalen extra in Frans
Vertalen extra in Italiaans
Vertalen extra in Portugees
Vertalen extra in Sloveens
Vertalen extra in Pools
Vertalen extra in Tsjechisch