eens (o) (hoeveelheid) | una vez (f) (o) (hoeveelheid) |
eens (o) (verleden) | alg n día (o) (verleden) |
eens (o) (verleden) | hace tiempo (o) (verleden) |
eens (o) (toekomst) | antes (o) (toekomst) |
eens (o) (toekomst) | alguna vez (o) (toekomst) |
eens (o) (verleden) | una vez (f) (o) (verleden) |
eens (o) (toekomst) | alg n día (o) (toekomst) |
eens (o) (toekomst) | hace tiempo (o) (toekomst) |
eens (o) (hoeveelheid) | antes (o) (hoeveelheid) |
eens (o) (hoeveelheid) | alg n día (o) (hoeveelheid) |
eens (o) (hoeveelheid) | hace tiempo (o) (hoeveelheid) |
eens (o) (verleden) | alguna vez (o) (verleden) |
eens (o) (toekomst) | una vez (f) (o) (toekomst) |
eens (o) (verleden) | antes (o) (verleden) |
eens (o) (verleden) | en otro tiempo (o) (verleden) |
eens (o) (hoeveelheid) | alguna vez (o) (hoeveelheid) |