Chef — Nederlandse Spaans vertaling15 vertalingen gevonden

chef (m) (n) (man) jefe (m) (n) (man)
chef (m) (n) (vrouw) jefa (f) (n) (vrouw)
chef (m) (n) (keuken - man) chef (m) (n) (keuken - man)
chef (m) (n) (bedrijf - man) patrón (m) (n) (bedrijf - man)
chef (m) (n) (beroep - man) chef (m) (n) (beroep - man)
chef (m) (n) (bedrijf - man) jefe (m) (n) (bedrijf - man)
chef (m) (n) (bedrijf - man) cocinero (m) (n) (bedrijf - man)
chef (m) (n) (beroep - man) jefe de cocina (m) (n) (beroep - man)
chef (m) (n) (bedrijf - man) chef (m) (n) (bedrijf - man)
chef (m) (n) (keuken - man) patrón (m) (n) (keuken - man)
chef (m) (n) (man) cocinero (m) (n) (man)
chef (m) (n) (keuken - man) jefe (m) (n) (keuken - man)
chef (m) (n) (man) chef (m) (n) (man)
chef (m) (n) (man) patrón (m) (n) (man)
chef (m) (n) (keuken - man) cocinero (m) (n) (keuken - man)
Chef Voorbeelden6 voorbeelden gevonden
chef-kok cocinero
chef-kok jefe de cocina
chef-kok cocinera
chef-kok chef
chef-kok chef
chef-kok chef
Vertalen Chef in andere talen
Vertalen chef in Engels
Vertalen chef in Duits
Vertalen chef in Frans
Vertalen chef in Italiaans
Vertalen chef in Portugees
Vertalen chef in Sloveens
Vertalen chef in Pools
Vertalen chef in Tsjechisch