beletten (v) (preventie) | impedir de (v) (preventie) |
beletten (v) (algemeen) | prevenir (v) (algemeen) |
beletten (v) (algemeen) | evitar (v) (algemeen) |
beletten (v) (preventie) | prevenir de (v) (preventie) |
beletten (v) (algemeen) | impedir (v) (algemeen) |