appreciëren (v) (dankbaar zijn voor) | estimar (v) (dankbaar zijn voor) |
appreciëren (v) (dankbaar zijn voor) | agradecer (v) (dankbaar zijn voor) |
appreciëren (v) (begrijpen) | entender (v) (begrijpen) |
appreciëren (v) (kwaliteit) | agradecer (v) (kwaliteit) |
appreciëren (v) (begrijpen) | estimar (v) (begrijpen) |
appreciëren (v) (begrijpen) | apreciar (v) (begrijpen) |
appreciëren (v) (kwaliteit) | comprender (v) (kwaliteit) |
appreciëren (v) (kwaliteit) | estimar (v) (kwaliteit) |
appreciëren (v) (kwaliteit) | apreciar (v) (kwaliteit) |
appreciëren (v) (begrijpen) | comprender (v) (begrijpen) |
appreciëren (v) (kwaliteit) | entender (v) (kwaliteit) |
appreciëren (v) (dankbaar zijn voor) | apreciar (v) (dankbaar zijn voor) |