Apart — Nederlandse Spaans vertaling15 vertalingen gevonden

apart (a) (algemeen) diverso (a) (algemeen)
apart (a) (gebruik) original (f) (a) (gebruik)
apart (a) (gebruik) singular (m) (a) (gebruik)
apart (a) (algemeen) distinto (a) (algemeen)
apart (a) (algemeen) especial (a) (algemeen)
apart (a) (algemeen) separado (a) (algemeen)
apart (a) (onderscheiden) diferente (a) (onderscheiden)
apart (a) (gebruik) extraño (m) (a) (gebruik)
apart (a) (onderscheiden) distinto (a) (onderscheiden)
apart (a) (deling) separado (a) (deling)
apart (o) (voorwerpen) separado por (o) (voorwerpen)
apart (o) (opzij) aparte (o) (opzij)
apart (o) (deling) separado (o) (deling)
apart (o) (opzij) a un lado (o) (opzij)
apart (o) (voorwerpen) a una distancia de (o) (voorwerpen)
Apart Voorbeelden2 voorbeelden gevonden
apart nemen poner aparte
apart nemen llamar aparte
Vertalen Apart in andere talen
Vertalen apart in Engels
Vertalen apart in Duits
Vertalen apart in Frans
Vertalen apart in Italiaans
Vertalen apart in Portugees
Vertalen apart in Sloveens
Vertalen apart in Pools
Vertalen apart in Tsjechisch