achterlaten
(v)
(voorwerpen)
|
dejar
(v)
(voorwerpen)
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
dejado
dejas
dejan
dejabas
dejaban
|
achterlaten
(v)
(algemeen)
|
depositar
(v)
(algemeen)
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
depositado
depositas
depositan
depositaban
depositabas
|
achterlaten
(v)
(in de steek laten)
|
abandonar
(v)
(in de steek laten)
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
abandonado
abandonas
abandonan
abandonabas
abandonaban
|
achterlaten
(v)
(in de steek laten)
|
dejar atrás
(v)
(in de steek laten)
|
achterlaten
(v)
(boodschap)
|
dejar
(v)
(boodschap)
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
dejado
dejas
dejan
dejabas
dejaban
|
achterlaten
(v)
(in de steek laten)
|
renunciar
(v)
(in de steek laten)
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
renunciado
renuncias
renuncian
renunciabas
renunciaban
|
achterlaten
(v)
(post)
|
dejar
(v)
(post)
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
dejado
dejas
dejan
dejabas
dejaban
|
achterlaten
(v)
(in de steek laten)
|
desertar
(v)
(in de steek laten)
|
achtergelaten
laten achter
laat achter
lieten achter
liet achter
|
desertado
desertas
desertan
desertabas
desertaban
|