tegenspreken (v) (algemeen) | gainsay (v) (algemeen) |
tegenspreken (v) (onderwijs) | answer back (v) (onderwijs) |
tegenspreken (v) (onderwijs) | contradict (v) (onderwijs) |
tegenspreken (v) (algemeen) | belie (v) (algemeen) |
elkaar tegenspreken | disagree |
elkaar tegenspreken | contradict |
zich laten tegenspreken | cause to make a mistake |
zich laten tegenspreken | trip up |