pakken (v) (algemeen) | seize (v) (algemeen) |
pakken (v) (reizen) | pack (v) (reizen) |
pakken (v) (algemeen) | grab (v) (algemeen) |
pakken (v) (voorwerp) | get to (v) (voorwerp) |
pakken (v) (voorwerp) | grab for (v) (voorwerp) |
pakken (v) (voorwerp) | reach (v) (voorwerp) |
pakken (v) (voorwerp) | reach for (v) (voorwerp) |
pakken (v) (algemeen) | take (v) (algemeen) |
pakken (v) (voorwerpen) | catch (v) (voorwerpen) |
de smaak te pakken krijgen van | acquire a taste for |
zijn biezen pakken | run away |
zijn biezen pakken | decamp |
zijn biezen pakken | take off |
zijn biezen pakken | clear out |