misnoegen (n) (n) (ontevredenheid) | unhappiness (n) (ontevredenheid) |
misnoegen (n) (n) (ontevredenheid) | discontent (n) (ontevredenheid) |
misnoegen (n) (n) (ontevredenheid) | dissatisfaction (n) (ontevredenheid) |
misnoegen (n) (n) (ontevredenheid) | discontentment (n) (ontevredenheid) |
misnoegen (n) (v) (niet bevallen) | displease (v) (niet bevallen) |
misnoegen (n) (v) (niet bevallen) | dissatisfy (v) (niet bevallen) |