meten (n) (n) (grootte) | measurement (n) (grootte) |
meten (n) (n) (grootte) | measuring (n) (grootte) |
meten (n) (v) (belangrijkheid) | measure (v) (belangrijkheid) |
meten (n) (v) (belangrijkheid) | quantify (v) (belangrijkheid) |
meten (n) (v) (grootte) | dimension (v) (grootte) |
meten (n) (v) (maten - gewichten) | gage (v) (maten - gewichten) |
meten (n) (v) (maten - gewichten) | gauge (v) (maten - gewichten) |
meten (n) (v) (grootte) | measure (v) (grootte) |
zich graag meten met anderen | like to compete |
zich graag meten met anderen | be competitive |