geschikt (a) (algemeen) | convenient (a) (algemeen) |
geschikt (a) (passend) | appropriate (a) (passend) |
geschikt (a) (tijd) | opportune (a) (tijd) |
geschikt (a) (tijd) | seasonable (a) (tijd) |
geschikt (a) (passend) | apposite (a) (passend) |
geschikt (a) (passend) | convenient (a) (passend) |
geschikt (a) (bedoeling) | fitting (a) (bedoeling) |
geschikt (a) (situatie) | applicable (a) (situatie) |
geschikt (a) (persoon) | efficient (a) (persoon) |
geschikt (a) (tijd) | timely (a) (tijd) |
geschikt (a) (bekwaamheid) | qualified (a) (bekwaamheid) |
geschikt (a) (bedoeling) | befitting (a) (bedoeling) |
geschikt (a) (situatie) | appropriate (a) (situatie) |
geschikt (a) (persoon) | qualified (a) (persoon) |
geschikt (a) (passend) | apt (a) (passend) |
geschikt (a) (bedoeling) | apt (a) (bedoeling) |
geschikt (a) (passend) | pertinent (a) (passend) |
geschikt (a) (bedoeling) | suitable (a) (bedoeling) |
geschikt (a) (situatie) | suitable (a) (situatie) |
geschikt (a) (persoon) | eligible (a) (persoon) |
geschikt (a) (passend) | expedient (a) (passend) |
geschikt (a) (bedoeling) | proper (a) (bedoeling) |
geschikt (o) (omstandigheden) | propitious (o) (omstandigheden) |