eigendom (n) (algemeen) | possession (n) (algemeen) |
eigendom (n) (bezittingen) | possessions (n) (bezittingen) |
eigendom (n) (huis) | property (n) (huis) |
eigendom (n) (eigenaarschap) | property (n) (eigenaarschap) |
eigendom (n) (bezittingen) | belongings (n) (bezittingen) |
eigendom (n) (algemeen) | property (n) (algemeen) |
eigendom (n) (bezittingen) | property (n) (bezittingen) |