werpen (v) (voorwerpen) | werfen (v) (voorwerpen) |
werpen (v) (dieren) | werfen (v) (dieren) |
werpen (v) | schleudern (v) |
werpen (v) (voorwerpen) | schleudern (v) (voorwerpen) |
werpen (v) | werfen (v) |
werpen (v) (voorwerpen) | schmeißen (v) (voorwerpen) |
een blik werpen op | blicken über |