wegblijven
(v)
(algemeen)
|
wegbleiben
(v)
(algemeen)
|
weggebleven
blijft weg
blijven weg
bleef weg
bleven weg
|
weggeblieben
bleibst weg
bleiben weg
blieben weg
bliebst weg
bleib(e) weg
|
wegblijven
(v)
(Regen)
|
ausbleiben
(v)
(Regen)
|
weggebleven
blijft weg
blijven weg
bleef weg
bleven weg
|
ausgeblieben
bleiben aus
bleibst aus
blieben aus
bliebst aus
bleib(e) aus
|
Wegblijven Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
Vertalen Wegblijven in andere talen