voorbijlopen
(v)
(persoon)
|
vorausgehen
(v)
(persoon)
|
voorbijgelopen
lopen voorbij
loopt voorbij
liepen voorbij
liep voorbij
|
vorausgegangen
gehst voraus
gehen voraus
gingst voraus
gingen voraus
geh(e) voraus
|
Voorbijlopen Voorbeelden2 voorbeelden gevonden
Vertalen Voorbijlopen in andere talen