verstrekken (v) (helpen) | gewähren (v) (helpen) |
verstrekken (v) (informatie) | zur Verfügung stellen (v) (informatie) |
verstrekken (v) (helpen) | verschaffen (v) (helpen) |
verstrekken (v) (informatie) | verschaffen (v) (informatie) |
verstrekken (v) | geben (v) |
verstrekken (v) (informatie) | geben (v) (informatie) |
verstrekken (v) | liefern (v) |
verstrekken (v) (informatie) | liefern (v) (informatie) |
iemand iets verstrekken | jemandem etwas beschaffen |
iemand iets verstrekken | jemandem etwas verschaffen |