verstoppen
(n)
(n)
(voorwerpen)
|
verbergen
(n)
(n)
(voorwerpen)
|
verstopt
verstopt
verstoppen
verstopte
verstopten
|
verborgen
verbergen
verbirgst
verbargen
verbargst
verbirg
|
verstoppen
(n)
(n)
(belemmeren)
|
Aufschüttung
(f)
(n)
(belemmeren)
|
verstoppen
(n)
(n)
(voorwerpen)
|
verstecken
(n)
(n)
(voorwerpen)
|
verstopt
verstopt
verstoppen
verstopte
verstopten
|
versteckt
verstecken
versteckst
verstecktest
versteckten
versteck(e)
|
verstoppen
(n)
(n)
(belemmeren)
|
Behinderung
(f)
(n)
(belemmeren)
|
verstoppen
(n)
(n)
(belemmeren)
|
Aufschlämmung
(f)
(n)
(belemmeren)
|
verstoppen
(n)
(n)
(belemmeren)
|
Blockierung
(f)
(n)
(belemmeren)
|
verstoppen
(n)
(v)
(dichtstoppen)
|
zustopfen
(v)
(dichtstoppen)
|
verstopt
verstopt
verstoppen
verstopte
verstopten
|
zugestopft
stopfen zu
stopfst zu
stopften zu
stopftest zu
stopf(e) zu
|
verstoppen
(n)
(v)
(voorwerpen)
|
verhüllen
(v)
(voorwerpen)
|
verstoppen
(n)
(v)
(dichtstoppen)
|
verstopfen
(v)
(dichtstoppen)
|
verstopt
verstopt
verstoppen
verstopte
verstopten
|
verstopft
verstopfen
verstopfst
verstopften
verstopftest
verstopf(e)
|
verstoppen
(n)
(v)
(dichtstoppen)
|
stopfen
(v)
(dichtstoppen)
|
verstopt
verstopt
verstoppen
verstopte
verstopten
|
gestopft
stopfen
stopfst
stopften
stopftest
stopf(e)
|
verstoppen
(n)
(v)
(voorwerpen)
|
verbergen
(v)
(voorwerpen)
|
verstopt
verstopt
verstoppen
verstopte
verstopten
|
verborgen
verbergen
verbirgst
verbargen
verbargst
verbirg
|
verstoppen
(n)
(v)
|
verbergen
(v)
|
verstopt
verstopt
verstoppen
verstopte
verstopten
|
verborgen
verbergen
verbirgst
verbargen
verbargst
verbirg
|
verstoppen
(n)
(v)
(voorwerpen)
|
verstecken
(v)
(voorwerpen)
|
verstopt
verstopt
verstoppen
verstopte
verstopten
|
versteckt
verstecken
versteckst
verstecktest
versteckten
versteck(e)
|