vernietigen
(n)
(n)
(algemeen)
|
Vernichtung
(f)
(n)
(algemeen)
|
vernietigen
(n)
(n)
(algemeen)
|
Zerstörung
(f)
(n)
(algemeen)
|
vernietigen
(n)
(n)
(algemeen)
|
Verwüstung
(f)
(n)
(algemeen)
|
vernietigen
(n)
(v)
(vernielen)
|
kaputtmachen
(v)
(vernielen)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
kaputtgemacht
machen kaputt
machst kaputt
machten kaputt
machtest kaputt
mach(e) kaputt
|
vernietigen
(n)
(v)
(doden)
|
ausrotten
(v)
(doden)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
ausgerottet
rotten aus
rottest aus
rotteten aus
rottetest aus
rotte aus
|
vernietigen
(n)
(v)
(vijand)
|
destruieren
(v)
(vijand)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
destruiert
destruierst
destruieren
destruiertest
destruierten
destruiere
|
vernietigen
(n)
(v)
(kort en klein slaan)
|
demolieren
(v)
(kort en klein slaan)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
demoliert
demolieren
demolierst
demoliertest
demolierten
demoliere
|
vernietigen
(n)
(v)
(vernielen)
|
zerstören
(v)
(vernielen)
|
vernietigen
(n)
(v)
(vernielen)
|
destruieren
(v)
(vernielen)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
destruiert
destruierst
destruieren
destruiertest
destruierten
destruiere
|
vernietigen
(n)
(v)
(wetten)
|
kassieren
(v)
(wetten)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
kassiert
kassierst
kassieren
kassierten
kassiertest
kassiere
|
vernietigen
(n)
(v)
(vijand)
|
zerstören
(v)
(vijand)
|
vernietigen
(n)
(v)
(vernielen)
|
demolieren
(v)
(vernielen)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
demoliert
demolieren
demolierst
demoliertest
demolierten
demoliere
|
vernietigen
(n)
(v)
(uitroeien)
|
ausrotten
(v)
(uitroeien)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
ausgerottet
rotten aus
rottest aus
rotteten aus
rottetest aus
rotte aus
|
vernietigen
(n)
(v)
|
vernichten
(v)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
vernichtet
vernichten
vernichtest
vernichteten
vernichtetest
vernichte
|
vernietigen
(n)
(v)
(tenietdoen)
|
vernichten
(v)
(tenietdoen)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
vernichtet
vernichten
vernichtest
vernichteten
vernichtetest
vernichte
|
vernietigen
(n)
(v)
(tenietdoen)
|
zunichte machen
(v)
(tenietdoen)
|
vernietigen
(n)
(v)
(vijand)
|
vernichten
(v)
(vijand)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
vernichtet
vernichten
vernichtest
vernichteten
vernichtetest
vernichte
|
vernietigen
(n)
(v)
(uitroeien)
|
vernichten
(v)
(uitroeien)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
vernichtet
vernichten
vernichtest
vernichteten
vernichtetest
vernichte
|
vernietigen
(n)
(v)
(vijand)
|
demolieren
(v)
(vijand)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
demoliert
demolieren
demolierst
demoliertest
demolierten
demoliere
|
vernietigen
(n)
(v)
(kort en klein slaan)
|
zerschmettern
(v)
(kort en klein slaan)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
zerschmettert
zerschmetterst
zerschmettern
zerschmetterten
zerschmettertest
zerschmett(e)re
|
vernietigen
(n)
(v)
(vernielen)
|
verwüsten
(v)
(vernielen)
|
vernietigen
(n)
(v)
(doden)
|
vernichten
(v)
(doden)
|
vernietigd
vernietigen
vernietigt
vernietigden
vernietigde
|
vernichtet
vernichten
vernichtest
vernichteten
vernichtetest
vernichte
|