steriliseren
(n)
(n)
(geneeskunde)
|
Sterilisieren
(n)
(n)
(geneeskunde)
|
gesteriliseerd
steriliseert
steriliseren
steriliseerde
steriliseerden
|
sterilisiert
sterilisieren
sterilisierst
sterilisiertest
sterilisierten
sterilisiere
|
steriliseren
(n)
(n)
(geneeskunde)
|
entkeimen
(n)
(n)
(geneeskunde)
|
gesteriliseerd
steriliseert
steriliseren
steriliseerde
steriliseerden
|
entkeimt
entkeimst
entkeimen
entkeimten
entkeimtest
entkeim(e)
|
steriliseren
(n)
(v)
(dieren)
|
kastrieren
(v)
(dieren)
|
gesteriliseerd
steriliseert
steriliseren
steriliseerde
steriliseerden
|
kastriert
kastrieren
kastrierst
kastriertest
kastrierten
kastriere
|
steriliseren
(n)
(v)
(dieren)
|
verschneiden
(v)
(dieren)
|
gesteriliseerd
steriliseert
steriliseren
steriliseerde
steriliseerden
|
verschnitten
verschneidest
verschneiden
verschnitt(e)st
verschnitten
verschneid(e)
|
steriliseren
(n)
(v)
(dieren)
|
Sterilisieren
(v)
(dieren)
|
gesteriliseerd
steriliseert
steriliseren
steriliseerde
steriliseerden
|
sterilisiert
sterilisieren
sterilisierst
sterilisiertest
sterilisierten
sterilisiere
|
steriliseren
(n)
(v)
(bacteriologie)
|
Sterilisieren
(v)
(bacteriologie)
|
gesteriliseerd
steriliseert
steriliseren
steriliseerde
steriliseerden
|
sterilisiert
sterilisieren
sterilisierst
sterilisiertest
sterilisierten
sterilisiere
|
steriliseren
(n)
(v)
(geneeskunde)
|
Sterilisieren
(v)
(geneeskunde)
|
gesteriliseerd
steriliseert
steriliseren
steriliseerde
steriliseerden
|
sterilisiert
sterilisieren
sterilisierst
sterilisiertest
sterilisierten
sterilisiere
|
steriliseren
(n)
(v)
(dieren)
|
unfruchtbar machen
(v)
(dieren)
|