Simuleren — vertaling Nederlandse Duits. Vertalen Simuleren in Duits

simuleren (v) (bedrog)	fingieren (v) (bedrog)
gesimuleerd simuleren simuleert simuleerde simuleerden	fingiert fingieren fingierst fingierten fingiertest fingiere
simuleren (v) (bedrog)	vortäuschen (v) (bedrog)
simuleren (v) (bedrog)	heucheln (v) (bedrog)
gesimuleerd simuleren simuleert simuleerde simuleerden	geheuchelt heuchelst heucheln heucheltest heuchelten heuch(e)le
simuleren (v) (bedrog)	vorgeben (v) (bedrog)
gesimuleerd simuleren simuleert simuleerde simuleerden	vorgegeben gibst vor geben vor gabst vor gaben vor gib vor
simuleren (v) (bedrog)	tun als ob (v) (bedrog)
simuleren (v) (imitatie)	imitieren (v) (imitatie)
gesimuleerd simuleren simuleert simuleerde simuleerden	imitiert imitierst imitieren imitiertest imitierten imitiere
simuleren (v) (bedrog)	vorspielen (v) (bedrog)
gesimuleerd simuleren simuleert simuleerde simuleerden	vorgespielt spielst vor spielen vor spieltest vor spielten vor spiel(e) vor
simuleren (v) (imitatie)	simulieren (v) (imitatie)
gesimuleerd simuleren simuleert simuleerde simuleerden	simuliert simulieren simulierst simulierten simuliertest simuliere
simuleren (v) (bedrog)	simulieren (v) (bedrog)
gesimuleerd simuleren simuleert simuleerde simuleerden	simuliert simulieren simulierst simulierten simuliertest simuliere

Vertalen Simuleren in andere talen

Simuleren — Nederlandse Duits vertaling9 vertalingen gevonden