Repareren — vertaling Nederlandse Duits. Vertalen Repareren in Duits

repareren (n) (n) (schade)	Reparatur (f) (n) (schade)
repareren (n) (n) (Aktie)	reparieren (n) (n) (Aktie)
gerepareerd repareert repareren repareerde repareerden	repariert reparieren reparierst reparierten repariertest repariere
repareren (n) (n) (schade)	Ausbesserung (f) (n) (schade)
repareren (n) (v) (herstellen)	herrichten (v) (herstellen)
gerepareerd repareert repareren repareerde repareerden	hergerichtet richtest her richten her richtetest her richteten her richte her
repareren (n) (v) (technisch)	wieder instand setzen (v) (technisch)
repareren (n) (v) (kleding)	Ausbessern (v) (kleding)
gerepareerd repareert repareren repareerde repareerden	ausgebessert bessern aus besserst aus besserten aus bessertest aus bessere aus
repareren (n) (v) (herstellen)	machen (v) (herstellen)
gerepareerd repareert repareren repareerde repareerden	gemacht machst machen machtest machten mach(e)
repareren (n) (v) (technisch)	überholen (v) (technisch)
repareren (n) (v) (kleding)	Flicken (v) (kleding)
gerepareerd repareert repareren repareerde repareerden	geflickt flickst flicken flickten flicktest flick(e)
repareren (n) (v) (herstellen)	reparieren (v) (herstellen)
gerepareerd repareert repareren repareerde repareerden	repariert reparieren reparierst reparierten repariertest repariere
repareren (n) (v)	Ausbessern (v)
gerepareerd repareert repareren repareerde repareerden	ausgebessert bessern aus besserst aus besserten aus bessertest aus bessere aus

Vertalen Repareren in andere talen

Repareren — Nederlandse Duits vertaling11 vertalingen gevonden